Om een computer de juiste taken te laten uitvoeren moet je hem programmeren. Door veel verschillende instructies ‘te schrijven’ in een computerprogramma. Dat was vroeger een enorm tijdrovend karwei. Een computer werkt namelijk binair, met enen en nullen. Door die enen en nullen in een bepaalde volgorde door de computer te laten ‘lezen’, weet hij wat te doen. Dit wordt ook wel machinetaal genoemd. Zonder programmeertaal moesten programmeurs een hele lange serie van enen en nullen achter elkaar zetten. Niet alleen tijdrovend maar zeer gevoelig voor fouten. In de tijd tussen de machinetaal en de hogere programmeertalen, kenden we nog de zogenaamde assemblers. Die de machinetaal symbolisch weergaven maar waarvoor de programmeur veel van de te programmeren machine of computer moest weten.

Een grote innovatie was de stap van procedurele talen naar objectgeoriënteerde (OO)  talen in de jaren 70, waarvan Smalltalk de moeder is. Bij deze benadering wordt een systeem opgebouwd uit objecten. In een HRM-applicatie waarin de personeelsadministratie bijgehouden wordt, stelt een object bijvoorbeeld een werknemer voor met alle gegevens die bij die werknemer horen en alle acties die bij een betreffende werknemers gedaan kunnen worden. Het object is voor de programmeur een mogelijkheid om alles binnen een programma dat met een bepaald concept te maken heeft, logisch te ordenen en bij elkaar te houden.

Java is een OO-taal die in de jaren 90 van de vorige eeuw ontstond en nu veel gebruikt wordt, ook door ons. Java kan echter niet los gezien worden van het Java-platform als geheel. Het Java-platform vormt een drie-eenheid met de taal Java, de Java Virtuele Machine en de Java-bibliotheken. Aanvankelijk wilde bedenker Sun Microsystems Java promoten als programmeertaal voor elektronische apparaten, zoals televisies, afstandsbedieningen en koelkasten. Maar Sun realiseerde zich, toen het internet in zwang kwam, dat de taal goed bruikbaar was in een webomgeving. Dankzij de open specificatie en de mogelijkheid om een Javaprogramma als applet in een webpagina te embedden, werd Java ongekend populair. Nog altijd is Java een belangrijke taal voor de ontwikkeling van webtoepassingen.

De Java Virtuele Machine werkt als een platformonafhankelijke softwarelaag, waardoor een Java-programma overal kan worden uitgevoerd. Het is een soort virtuele computer die het programmeerwerk vereenvoudigt. De JVM maakt het eenvoudiger om programmeerfouten snel te ontdekken en te elimineren. De JVM is beschikbaar voor vrijwel alle besturingssystemen, waaronder Windows, Mac OS, Linux en Unix.

Voor snelle ontwikkelingen en een hoge productiviteit is een uitgebreide bibliotheek van belang. In een bibliotheek staan codes en programmaonderdelen die al door anderen zijn geschreven. Doordat Java zo’n populaire programmeertaal is, heb je de beschikking over een uitgebreide codebibliotheek. Daardoor hoef je vaak slechts een paar regels aan een stukje code toe te voegen om bijvoorbeeld een website te maken. Een ander voordeel van de Javabibliotheek is dat veel java-code als open source beschikbaar is.

Eclipse is een opensourceframework van de Eclipse Foundation voor software-ontwikkelomgevingen. De bekendste toepassing is het gebruik als Integrated Development Environment (IDE) voor de programmeertaal Java. Een IDE geeft de Javaprogrammeur veel tools in handen bij het programmeren. Onder andere bij de controle van de code door de beschikbaarheid van een helpfunctie, debuggers en links naar de Javabibliotheken. Eclipse heeft een open structuur en bestaat, behalve uit een kleine kern, volledig uit plug-ins. Hierdoor is het mogelijk de functionaliteit uit te breiden door nieuwe plug-ins te installeren. Door dit systeem kan men in Eclipse niet alleen in Java ontwikkelen, maar onder meer ook in C-talen, Perl, PHP, PL/SQL en Scala. Bovendien zijn er plug-ins voor opmaaktalen zoals LaTeX. Naast betaalde plug-ins worden sommige plug-ins door makers gratis aangeboden.

Hoewel Java nog altijd ongekend populair is, moeten we wel constateren dat Java over zijn hoogtepunt heen is. Doordat Java al zo lang bestaat, is er nauwelijks meer sprake van innovatie. Innovatie in een programmeertaal is namelijk omgekeerd evenredig met de leeftijd van de taal en het aantal gebruikers. Softwareproducten die met Java zijn ontwikkeld moeten backwards compatibel zijn, omdat ze ook op oudere versies moeten werken.

Wij hebben een talenknobbel voor diverse programmeertalen. We programmeren nog altijd veel in Java, maar realiseren ons dat Java binnen afzienbare tijd alleen nog een vakantiebestemming in Zuidoost-Azië zal zijn. Daarom zijn we nauw betrokken bij allerlei nieuwe taalontwikkelingen en proberen wij vele nieuwe talen uit. Verwar overigens HTML5 en CSS niet met programmeertalen. Deze ontwikkeltools zijn bedoeld voor de opmaak van websites en –pagina’s.

Ben je nieuwsgierig geworden hoe Bright Answers jou kan ondersteunen bij de ontwikkeling van jouw applicatielandschap en webtoepassingen?